Het zijn de schatgravers van de Rotterdamse stadscultuur. De mensen achter DIG IT UP - een galerie en erfgoedlab in het hart van de stad - geven Rotterdam een gezicht. Met hun archief zorgen de medewerkers ervoor dat waardevolle verhalen niet verloren gaan. Verhalen van de Rotterdammers zelf. Zij kunnen met hun kartonnen dozen vol papierwerk en fotoalbums van zolder zo binnenstappen bij DIG IT UP.
Tekst: Lotte Burger
Als je tien jaar geleden aan Simone had gevraagd om voor een erfgoedorganisatie te werken, had ze misschien niet direct enthousiast gereageerd. Dat is nu wel anders. Zodra de directeur van DIG IT UP begint te vertellen over de projecten van het erfgoedlab, beginnen haar ogen te sprankelen. “Bij erfgoed dacht ik altijd aan stoffige types die de hele dag opgesloten zitten in een archief. Maar eigenlijk is dat helemaal niet zo. Erfgoed is een middel om verhalen te vertellen. Dat is iets waar ik altijd al een voorliefde voor heb gehad. Ik studeerde Journalistiek, en ik heb een studie aan de filmacademie in Los Angeles gevolgd. Zo gek was de overstap naar DIG IT UP dus niet.”
Simone maakte na haar studie regelmatig nieuwsvideo’s over Rotterdam. Haar stad, zoals ze zelf zegt. “Ik werkte toen voor een regionaal nieuwsmedium, en via-via kwam ik in aanraking met de vorige directeur van DIG IT UP, Evan van der Most. Hij vroeg me uiteindelijk vier jaar geleden om voor hem te komen werken. Ik wist inmiddels wat meer over de organisatie en het leek me eigenlijk wel heel interessant om meer te doen met erfgoed. Niet wetende dat ik een paar jaar later als directeur werd voorgedragen en het stokje van Evan mocht overnemen. Dat voelt soms nog steeds een beetje onwerkelijk.”
Netwerk Digitaal Erfgoed
DIG IT UP is onderdeel van het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE): een samenwerkingsverband van verschillende instellingen op het snijvlak van cultuur, erfgoed, onderwijs en onderzoek. Samen met leveranciers van erfgoedsoftware, provincies en gemeenten werken zij aan de uitvoering van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed, die door het ministerie van OCW samen met de erfgoedsector is gemaakt. Deze strategie is in maart 2021 vernieuwd en is onder andere bedoeld om erfgoed naar de gebruikers te brengen. Iets wat ook bij DIG IT UP een groot speerpunt is. Zij hebben regelmatig contact met andere partners uit het netwerk, om elkaar te inspireren en te helpen bij het opzetten en implementeren van innovatieve werkwijzen.
Erfgoed voor en door de Rotterdammer
Aan nieuwe ideeën geen gebrek bij de nog verse directeur. Simone heeft samen met haar team een duidelijke visie met DIG IT UP: erfgoed voor en door de Rotterdammer. “We willen het de stadsbewoners zo makkelijk mogelijk maken om langs te komen met beeldmateriaal en documenten. Wij zorgen ervoor dat dit materiaal wordt ingescand en op een goede manier wordt gearchiveerd. En daar komt meer werk bij kijken dan je denkt. Want hoe archiveer je op zo’n manier dat jijzelf en de gebruiker – de burger of onderzoeker – het materiaal makkelijk terug kan vinden?”
Daar heeft DIG IT UP inmiddels een eigen systeem voor bedacht. Wat daarin bijzonder is: ook bij het archiveren wordt nauw samengewerkt met de Rotterdammers. Simone: “Denk aan het labelen van de archiefstukken. Het is belangrijk dat er een goede omschrijving bij een foto of document komt te staan. Hiervoor vragen we inwoners – die bekend zijn met het archiefstuk – om mee te helpen bij het maken van de omschrijving. Zo zorg je ervoor dat de stukken goed worden teruggevonden, en je betrekt diegene die onderdeel is van de geschiedenis ook bij het proces van archivering. Een stukje cultuurparticipatie dus. En dat maakt deze erfgoedcollectie extra waardevol. Eigenlijk heeft elke stad een DIG IT UP nodig!”
Met deze laagdrempelige werkwijze probeert de organisatie ook de afstand tussen particulieren en archief te verkleinen. Simone: “Je stapt hier toch wat makkelijker binnen dan bij het Stadsarchief Rotterdam. En het mooie is, wij werken nauw samen met het stadsarchief, dus uiteindelijk komen onze stukken ook bij hen terecht.” DIG IT UP richt zich daarmee op een belangrijk speerpunt uit de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed: ervoor zorgen dat het erfgoed bij de gebruiker komt. Van burger tot onderzoeker, iedereen moet op een makkelijke manier iets terug kunnen vinden.
Het totaalpakket
Naast erfgoedlab is DIG IT UP ook een galerie. Beeldmateriaal dat bij Simone en haar collega’s binnenkomt, wordt voor een gedeelte uitgestald in de eigen etalage of op andere locaties in de stad. “We doen voor dit soort exposities ook wel eens een oproep aan de Rotterdammers”, aldus Simone. “Zo hebben we voor de tentoonstelling ’50 Jaar Holland Pop Festival’ een oproep gedaan aan festivalgangers om foto’s en objecten met ons te delen. Hierdoor hebben we unieke anekdotes kunnen vastleggen en niet eerder gepubliceerd fotomateriaal verzameld. Dit delen we in onze eigen etalage, maar je kunt het materiaal ook via onze website terugvinden in een online vorm. Die webpagina hebben we aangevuld met interviews waarin we de organisatoren van het festival aan het woord laten, en we hebben daarbij een livestream gedeeld met muziek uit die periode. We zorgen dus voor het totaalpakket.”
Verder werkt DIG IT UP regelmatig samen met andere locaties. Zo was de tentoonstelling Breakin' Rotterdam, waarin wordt stilgestaan bij veertig jaar breakdance in de stad, een aantal maanden te zien in de Bibliotheek Rotterdam. “Deze expositie, maar ook die over het Holland Pop Festival, zijn gebaseerd op actualiteit. Maar vaak genoeg komt er ook iemand met een schat aan materiaal bij ons langs, en dan besluiten we soms om daar een kleine tentoonstelling van te maken. Eigenlijk is de voorwaarde altijd: het moet leuk zijn voor een breed publiek. En nee, leuk is niet per se oppervlakkig”, lacht Simone.
Foto links: uit de tentoonstelling 50 Jaar Holland Pop Festival - Pieter Boersma
Foto rechts: uit de tentoonstelling Breakin' Rotterdam - Kees Spruijt
DIG IT UP probeert jaarlijks zo’n drie grote tentoonstellingen te organiseren, en daarnaast meerdere kleinere exposities. Ook helpt het erfgoedlab andere organisaties en bedrijven met het indexeren van archiefstukken. “Wij hebben immers de kennis en kunde om dat te doen”, aldus Simone. Daarbij vindt ze het ook belangrijk om te zoeken naar mogelijkheden om meer bestaansrecht op te bouwen. “We krijgen hier en daar subsidie, maar ik vind dat we ook zelf creatief moeten nadenken over ons voortbestaan. Er zijn op dit moment niet veel financiële middelen beschikbaar, en ook personeel is lastig te vinden. Maar ik wil me er echt voor inzetten dat DIG IT UP kan groeien, zodat het verhaal van Rotterdam niet verloren gaat.”
Beleid uitgelegd
Annemieke Kluwen (senior beleidsmedewerker Media & Cultuur) en Gert Jan Willighagen (adviseur Informatiebeleid DG Cultuur & Media)
Een half jaar lang werkten Annemieke en Gert Jan vanuit OCW aan de vernieuwde Nationale Strategie Digitaal Erfgoed. “Dat was nog best een uitdaging”, kan Annemieke zich herinneren. “We zijn tijdens de coronapandemie begonnen aan dit project. Hierbij was vooral het contact met de partners uit het Netwerk Digitale Strategie (NDE) een grote uitdaging. Dit verliep allemaal digitaal. Toch is het ons gelukt om binnen een half jaar met een vernieuwde strategie te komen. Afgelopen maart werd deze gepubliceerd.”
Volgens Gert Jan was deze stap hard nodig. “Vanaf 2015 is OCW samen met haar partners actief aan de slag gegaan met digitaal erfgoed. Het NDE heeft in de loop der tijd een groot deel van de plannen uit die tijd gerealiseerd. Ondertussen maakte ook de technologie grote stappen. Maar kansen die deze technologie biedt voor de vindbaarheid en het gebruik van erfgoed werden nog niet volop benut. En dat is zonde. Want erfgoed heeft betekenis voor iedereen; denk aan onderzoekers, journalisten, vrijwilligers en burgers, maar ook aan ontwerpers en architecten.”
Dat vroeg om een nieuwe aanpak. Samen met vertegenwoordigers van grote erfgoedpartijen en de netwerkmanager van het NDE gingen Annemieke en Gert Jan om tafel. “We hebben voor deze aanpak gekozen, omdat het natuurlijk onmogelijk is om met meer dan honderd netwerkpartners te sparren”, legt Annemieke uit. Wel heeft het NDE ruggespraak gehouden met representatieve partijen uit de erfgoedsector. Gert Jan : “Samen met de grote erfgoedpartijen en het programmabureau van het NDE hebben we gekeken: met welke trends en ontwikkelingen hebben we te maken? Daar was eigenlijk heel snel consensus over. En dat zorgde ervoor dat we een ‘drielagenmodel’ konden opzetten die als basis zou dienen voor de strategie. Dit model heeft als drie pijlers dat content houdbaar, bruikbaar en zichtbaar moet zijn.”
Maar hoe implementeer je die pijlers in de werkwijze van je organisatie? Volgens Annemieke was het nog wel een uitdaging om dat concreet te maken. “Binnen het netwerk zitten partners die collectiebeheer als primaire taak hebben. Zij zijn continu bezig met het archiveren van erfgoed. Maar binnen het netwerk zijn ook partners – bijvoorbeeld vanuit de podiumkunsten – die een heel andere werkwijze hebben."
Volgens Gert Jan richt de strategie zich vooral op het schetsen van de kaders en de belangrijkste uitgangspunten. De concrete invulling ligt voor een groot deel bij de instellingen zelf. Daarom is onderlinge communicatie en samenwerking belangrijk. Gert Jan: “Het NDE faciliteert allerlei vragenuurtjes en workshops, zodat partijen uit het netwerk inspiratie kunnen opdoen voor nieuwe invulling van hun werkwijzen. Ook zorgen zij voor nieuwe onderlinge samenwerkingsverbanden, zodat kennis kan worden uitgewisseld.”
Daarbij krijgt het netwerk ook nog ondersteuning van OCW. Gert Jan: “Vanuit OCW werken we aan een set afspraken voor de nieuwe ICT-systemen binnen de erfgoedsector, een zogenaamde referentie architectuur, de DERA. Die helpt partijen om de juiste stappen te zetten om hun collecties bruikbaar te maken vanuit de optiek van de gebruikers.”
Of hier al voorbeelden over te vinden zijn? Annemieke: “De ontwikkelingen in de digitale erfgoedwereld zijn behoorlijk actueel. In de afgelopen jaren is het volledige Nederlandse archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) gedigitaliseerd. Het Nationaal Archief heeft met een projectsubsidie van het ministerie en in samenwerking met verschillende partijen een werkwijze ontwikkeld waardoor met behulp van kunstmatige intelligentie oude handschriften leesbaar zijn gemaakt.
En nu investeert de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) op basis hiervan 3,8 miljoen euro in nieuw onderzoek naar software om die teksten te kunnen doorzoeken. Daarmee krijgen onderzoekers, maar ook burgers, een veel beter beeld van geschiedenis. En daar doe je het uiteindelijk voor.”