De journalistiek wordt van oudsher gezien als de waakhond van de democratie. Datgene wat binnen een samenleving gebeurt, wordt door journalisten en beeldmakers vertaald voor de burger. Maar wat als een deel van de samenleving zich afkeert tegen de traditionele media? Het is een trend die zich al een paar jaar voordoet, met alle gevolgen van dien. Journalisten krijgen steeds vaker te maken met fysieke en verbale agressie, zo blijkt uit het laatste rapport van PersVeilig. Peter ter Velde, projectleider van PersVeilig én veiligheidscoördinator bij de NOS, vertelt er meer over.
Dit is een geüpdatete versie van het artikel dat verscheen in 2022.
Tekst: Lotte Burger
Logo’s die door de NOS van satellietwagens worden verwijderd. Een persfotograaf wiens auto van de weg wordt geduwd met een shovel. Of een journalist die door een kerkbezoeker van achteren wordt aangevallen. Dit soort incidenten vinden helaas steeds vaker plaats. Dat blijkt ook uit het rapport dat PersVeilig in 2021 publiceerde. Hierin staat onder andere dat steeds meer journalisten – acht op de tien om precies te zijn - te maken krijgen met een vorm van agressie of bedreiging. Een duidelijke toename, zo stelt PersVeilig, die de cijfers met een onderzoek uit 2017 vergeleek. Toen gaven zes op de tien journalisten aan wel eens een confrontatie te hebben. Daarbij neemt ook de frequentie van agressie toe. Drie op de tien journalisten hebben inmiddels maandelijks of vaker te maken met een incident, terwijl dat in 2017 slechts 18 procent was.
Persvrijheid onder druk
Volgens Peter ter Velde is dit een zorgelijke ontwikkeling. “In de resultaten van het onderzoek is terug te zien dat de toenemende agressie en dreiging van invloed is op het werk van journalisten, fotografen en cameramensen. Je moet je voorstellen dat een incident grote persoonlijke gevolgen kan hebben, zoals stress en angst. Zodoende hebben mensen die in de media werkzaam zijn steeds vaker het gevoel dat ze hun werk niet meer kunnen doen zoals ze dat zouden willen. En dat zorgt uiteindelijk voor nog een ander probleem: de persvrijheid komt hiermee onder druk te staan.”
Peter kan inmiddels een groot aantal voorbeelden noemen van mediabedrijven en (freelance) journalisten die de afgelopen jaren de nodige maatregelen hebben getroffen. “Zo doet Omroep Gelderland geen verslag meer van voetbalwedstrijden of andere risicovolle bijeenkomsten, omdat hun werknemers té vaak in een dreigende situatie zijn beland. En wat te denken van al die journalisten die nu een beveiliger meenemen als ze op pad gaan. Je kunt je voorstellen dat het in dit soort situaties lastig is om je werk in alle vrijheid te kunnen doen.”
Complottheorieën en desinformatie
De vraag die je bij deze situatie kunt stellen, is natuurlijk: hoe heeft het zo ver kunnen komen? Volgens Peter is daar geen wetenschappelijk onderbouwd antwoord op te geven, maar hij heeft wel zo zijn ideeën. “Waar je vroeger zag dat slechts een enkele groep mensen agressief was tegen journalisten – denk bijvoorbeeld aan hooligans – zie je nu dat zich allerlei verschillende groepen hebben gevormd in de samenleving, die als doel hebben zich te keren tegen de gevestigde orde, tegen de autoriteiten. En daar valt volgens hen ook de media onder.”
Daarbij is de invloed van sociale media groot, aldus Peter. “Daar waar de krant of het journaal de voornaamste bron aan informatie was, zie je nu dat het internet – en dan met name sociale mediakanalen - het heeft overgenomen. Daardoor is de burger niet alleen mondiger geworden, maar het heeft er ook voor gezorgd dat een behoorlijke groep mensen is blootgesteld aan complottheorieën en desinformatie. Zeker in tijden van crisis, zoals de coronapandemie, kunnen mensen zich aan dit soort informatie vastklampen. Met alle weerstand die dat uiteindelijk oplevert. Niet alleen richting mensen die werkzaam zijn in de media, maar ook richting politiemensen, zorgmedewerkers, etc.”
Oprichting PersVeilig
Hoewel de impact van sociale media en de invloed hiervan op verschillende groepen vooral is komen bovendrijven met de komst van corona, is de trend van toenemende agressie richting journalisten al langer gaande. Zo werd na een aantal incidenten (de aanslag op Charlie Hebdo, diverse aanslagen op cartoonisten in Denemarken en de inval in het NOS-gebouw) vanuit de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) aangedrongen op nieuw onderzoek. En dat kwam er. In 2017 werd het rapport ‘Een dreigend klimaat’ gepubliceerd. “Dat onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van PersVeilig”, blikt Peter terug. “Met name omdat daarin duidelijk werd dat journalisten nauwelijks melding deden van incidenten. En daar wilden we wat aan doen, zodat we meer zicht zouden krijgen op hoe groot het probleem eigenlijk is.”
En dus werd Peter ingeschakeld, die dan al een behoorlijke reputatie heeft als veiligheidscoördinator bij de NOS. “Ik ben destijds met een aantal partijen om tafel gaan zitten om een algemeen veiligheidsplan op te zetten, ook wel bekend onder de naam ‘Protocol PersVeilig’. Hierin staan allerlei punten waaraan werkgevers én opdrachtgevers zich kunnen houden om een veilige werksfeer te hanteren.” Maar voordat deze in werking zou treden, moest het protocol ook nog worden goedgekeurd door de stuurgroep, bestaande uit de politie, het Openbaar Ministerie, het Genootschap van Hoofdredacteuren en de NVJ. Uiteindelijk gingen zij akkoord en is PersVeilig geboren, mede dankzij financiering vanuit het ministerie van OCW (tevens het ministerie van Media) en het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V).
“In het begin richtten we ons vooral op informatiedeling”, blikt Peter terug. “Maar al snel gingen we aan de slag met het Meldpunt, waar journalisten melding kunnen maken van agressieve of bedreigende situaties. Tegelijkertijd kreeg ik ook steeds meer ideeën voor het aanbieden van trainingen.” Maar toen kwam corona en dacht Peter dat al zijn plannen in het water zouden vallen. “Dat bleek uiteindelijk niet het geval. Integendeel. Het probleem dat zich al veel langer afspeelde, openbaarde zich ineens in de vorm van een nieuwe reeks incidenten tegen mensen die werkzaam zijn in de media. Het werd voor PersVeilig juist een kans om hulp te bieden aan deze sector.”
Weerbaarder maken
PersVeilig helpt mediamakers met verschillende trainingen. Hierin krijgen mensen les over hoe ze hun vak zo veilig mogelijk kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld over waar je wel of niet moet staan tijdens een demonstratie, of hoe je je het best kunt opstellen richting omstanders. Maar ook over hoe je je opstelt op sociale media. Dat je bijvoorbeeld niet al je gegevens openbaar moet hebben staan. Volgens Peter zijn de trainingen uiteindelijk vooral bedoeld om mensen weerbaarder te maken voor onveilige situaties.
Daarnaast probeert PersVeilig met het Meldpunt nóg meer grip te krijgen op de problemen van agressie en bedreiging waar mediamakers tegenaan lopen in de praktijk. Maar dat blijft een uitdaging, weet ook Peter. “Voor iedereen ligt de grens ergens anders om een melding te doen. De een komt bij ons omdat hij of zij één bedreiging heeft ontvangen via X (voorheen Twitter). De ander meldt zich pas bij zeer ernstig letsel. In dat geval schakelen we direct de politie in. Met hen hebben we de afspraak dat ze snel optreden in dit soort gevallen.”
Weegmoment
Hoewel PersVeilig zich met veel energie ontfermt over de mediasector, hoopt Peter dat de organisatie uiteindelijk niet meer nodig zal zijn. Dat er een kantelpunt komt binnen de samenleving waarin meer rust zal zijn, en meer wederzijds respect. “Maar tot die tijd proberen wij de sector te ondersteunen waar we kunnen. Niet alleen werkgevers en mensen in vaste dienst, maar ook alle mediamakers die freelance werkzaam zijn.”
Structurele subsidieIn november 2024 is bekendgemaakt dat PersVeilig een structurele subsidie van 500.000 euro per jaar krijgt om de journalistiek weerbaarder te maken. Tot nu toe kreeg dit meldpunt voor incidenten van geweld en agressie tijdelijk subsidie. |