Simulatoren in het praktijkonderwijs

Lesgeven gaat op het Rotterdamse Schreuder College De Villeneuvestraat niet zoals op veel andere scholen. De meeste leerlingen hier hebben te maken met uitdagingen die bepaald gedrag met zich meebrengen, zoals angststoornissen, verminderde motoriek of autisme. Daarom zijn de klassen klein op deze praktijkschool voor speciaal voortgezet onderwijs. Daarbij krijgen de leerlingen extra begeleiding om na school een kans te maken op de arbeidsmarkt. Dit gebeurt onder andere met behulp van simulatoren.

Tekst en foto's: Floor Catshoek
Video: Jeremy Tan

Portret Sjoerd Nicodem
Beeld: ©Ministerie van OCW
Sjoerd Nicodem

“Bij ons op school zitten jongeren die vastgelopen zijn in het regulier onderwijs”, vertelt Sjoerd Nicodem, mentor en coördinator van het simulatorlokaal. “Ze hebben moeite met leren en het is soms lastig om deze groep te motiveren. Veel jongeren zitten hier voor hun gevoel alleen omdat ze leerplichtig zijn. Wij stimuleren ze zo veel mogelijk en doen er alles aan om hun kans op een baan zo groot mogelijk te maken.” De cijfers van het CBS tonen aan dat dit lastig blijkt: in Nederland heeft gemiddeld maar 20 procent van jongeren werk na het afronden van hun praktijkschool.

Op een veilige manier wennen

Drieënhalf jaar geleden merkte de enthousiaste docent dat steeds minder leerlingen kozen voor de technische vakken. “We hebben hier op school veel leerlingen met angststoornissen en verminderde motoriek. Dan is het werken met bepaalde apparatuur niet vanzelfsprekend. Neem een lasapparaat, dat wordt ontzettend heet! Voor onze leerlingen zou het goed zijn als ze door middel van een simulator eerst op een veilige manier kunnen wennen aan zaken als de afstand die ze moeten houden en de snelheid waarmee ze het apparaat moeten bewegen. Als ze de basis op de simulator onder de knie hebben, dan kunnen ze door naar het echte werk en daarmee een certificaat halen.” Om deze wens in vervulling te laten gaan ging Sjoerd aan de slag met subsidieaanvragen en fondsenwerving. En met succes, want het Schreuder College kreeg niet lang daarna een heuse lassimulator.

“De leerlingen waren meteen ontzettend enthousiast! Op een veilige en laagdrempelige manier kunnen zij met de simulator kennismaken met het lassen. Onze leerlingen hebben echt baat bij deze tussenstap. Het is een manier van lesgeven die bij ze past. Zo zien we dat deze jongeren, die over het algemeen niet goed zijn in het ontvangen van kritiek, dit wél pikken van een apparaat. Het is zoals gamen. De lessen worden in een spelvorm gegeven, waarbij ze direct feedback ontvangen. De leerlingen vinden het zo leuk, dat we de simulator zelfs als beloning in kunnen zetten. Dat motiveert!”

Sjoerd bij beide simulatoren
Beeld: ©Ministerie van OCW

De behoefte van de leerlingen

Toen de lassimulator een succes bleek, heeft Sjoerd kunnen regelen dat er voor een dag een grote truck naar school kwam met daarin nog meer simulatoren. Allemaal apparaten waarmee de leerlingen op een veilige manier vaardigheden kunnen leren die ook in de praktijk vaak worden gevraagd. “Je moet je bij die keuze goed verdiepen in de toekomstige werkgevers van de jongeren. Maar je moet ook zorgen dat het past bij de behoefte van de leerlingen zelf. Daarom mochten zij de simulatoren allemaal uitproberen en aangeven over welke ze het meest enthousiast waren. De winnaars waren overduidelijk: de vorkheftruck- en de rijsimulator.” Opnieuw startte Sjoerd een intens traject om de financiering te regelen. En met succes! Sinds vorig jaar heeft het Schreuder College - als enige praktijkschool in Nederland - drie simulatoren én een simulatielokaal.

Bekijk in de video hieronder waarom Xenija Didden en Sergio van Haren op de simulatoren oefenen.

Doorstroom naar arbeid

Alle drie de simulatoren maken deel uit van een traject waarbij de kans op doorstroom naar arbeid wordt vergroot. De jongeren krijgen namelijk de mogelijkheid extra certificaten te behalen. Met deze extra papieren worden zij voor werkgevers interessanter en wordt de kans op een baan groter. “Stel dat een van de jongeren hier lasser wordt en hij moet ergens in de Botlek zijn. Dan is een rijbewijs gewoon noodzakelijk om er te komen. Met een rijbewijs op zak ben je dan al een stuk aantrekkelijker voor een werkgever. En dat is belangrijk voor onze leerlingen, want een werkgever moet bij deze jongeren vaak al investeren in andere zaken, omdat ze bijvoorbeeld niet goed zijn in op tijd komen of niet voldoende gemotiveerd zijn. De tijd en het geld voor het halen van een rijbewijs kan dan aan andere begeleiding worden besteed.”

Portret Sergio van Haren
Beeld: ©Ministerie van OCW
Sergio van Haren

Oefenen in de rijsimulator

De 17-jarige Sergio van Haren (leerling MBO startkwalificatie) is een van de jongeren die oefent met de rijsimulator. “Het is een voorproefje voor het rijden in een echte auto”, vertelt hij. “Maar dan in de vorm van een spel. Als ik nu per ongeluk iemand aanrijd, dan kan ik resetten en opnieuw beginnen. Dat kan in het echt natuurlijk niet. Het is goed om eerst hier te oefenen. Je krijgt echt beter inzicht, bijvoorbeeld hoe groot je auto eigenlijk is.” Twee keer is hij nu in de simulator geweest, onder begeleiding van een rij-instructeur die ingehuurd wordt voor dit project. “Ik leer vooral om goed om me heen te kijken en waar ik precies op de weg zit. Ik wil natuurlijk niet de stoep raken. Als het rijden in de simulator goed genoeg gaat, dan ga ik daarnaast ook lessen in een echte auto, op de weg. Daar kijk ik natuurlijk wel naar uit.”

Het grootste deel van de ouders van deze leerlingen kan de kosten voor het halen van een rijbewijs niet betalen. “Terwijl de meeste leerlingen werk willen gaan doen waarvoor je wel een rijbewijs nodig hebt”, vertelt Sjoerd. “We hebben nu met een rijschool hier in Rotterdam een pakket-deal afgesproken, waarbij we als school een behoorlijk deel betalen vanuit subsidies. De jongeren kunnen daardoor voor 600 euro hun rijbewijs halen. Dat is voor veel gezinnen nog steeds een enorm bedrag. Daarom zijn we ook gestart met een spaarprogramma, waarbij de ouders kunnen beginnen met het sparen van 12,50 euro per maand vanaf het moment dat hun kind bij ons op school komt.”

Collage rijsimulator
Beeld: ©Ministerie van OCW

Ook komt de ingehuurde rij-instructeur elke vrijdag naar school om te helpen met de theorie. “We oefenen dan op de computer en hij legt alles extra uit”, vertelt Sergio. “Ik heb 8 april voor het eerst theorie-examen gedaan, maar helaas niet gehaald. Jammer, want het is voor mij heel belangrijk om mijn rijbewijs te halen. Als ik na dit schooljaar als timmerman ga werken bij mijn stagebedrijf, dan krijg ik een eigen bus. Zonder rijbewijs moet een collega me altijd ophalen en wegbrengen. Dat is helemaal niet handig.”

Positieve verandering

Sjoerd ziet grote verschillen sinds de simulatoren zijn aangeschaft. “De leerlingen doen er bijvoorbeeld een stuk minder lang over om hun vorkheftruckcertificaat te halen. Ze beginnen met een aantal lessen op de simulator. Dit gaat in spelvorm – de jongeren proberen de huidige high score al weken te verbreken – en daarna doen ze examen op de echte vorkheftruck. Daarmee behalen ze hun diploma, wat weer handig is als ze bijvoorbeeld in de havens gaan werken. Het is echt een mooie toevoeging voor de leerlingen. Het motiveert ze en ze komen er verder door. Het doel van de school is dat 60 à 65 procent van de leerlingen een volledige baan heeft nadat ze het Schreuder College met een diploma en branchecertificaten verlaten. Dat is veel hoger dan het landelijk gemiddelde. Ik weet zeker dat de simulatoren daaraan bijdragen.”

Sjoerd geeft uitleg bij de heftrucksimulator
Beeld: ©Ministerie van OCW

De enthousiaste docent is ervan overtuigd dat simulatoren de toekomst zijn. “Elke praktijkschool in Nederland zou ze naar mijn mening moeten hebben. En ik ben niet de enige die dat denkt. We krijgen regelmatig bezoek van andere scholen, ze zijn al vanuit elke provincie gekomen.” Wat Sjoerd betreft wordt het simulatielokaal nog verder uitgebreid. “Veel leerlingen willen schilder worden. Een verfspuitsimulator zou hier wel heel erg op zijn plek zijn. Verder ben ik aan het kijken naar het inzetten van virtual reality bij EHBO- en verkeerstrainingen. Dat zijn certificaten die interessant zijn voor veel werkgevers.” Sergio heeft ook wel een idee over welke simulator de school nog mist: “Een vliegsimulator, dat lijkt me gewoon heel erg vet.”

Portret Petra van Waarden
Beeld: ©Eigen foto

Beleid uitgelegd

Beleid uitgelegd

Petra van Waarden, teamleider Gespecialiseerd en Inclusiever Onderwijs, Directie Kansengelijkheid & Onderwijsondersteuning

De instellingen binnen het (speciaal) praktijkonderwijs hebben veel vrijheid om het onderwijs op een bepaalde manier in te vullen. “Wij bepalen vanuit beleid bijvoorbeeld niet of scholen werken met simulatoren of branchecertificaten”, legt Petra uit. “Wat trouwens wel mooie initiatieven zijn die veel kunnen bijdragen aan de doorstroom van onderwijs naar arbeid.”

OCW subsidieert wel bepaalde projecten die de doorstroom naar werk stimuleren. “Bijvoorbeeld de Boris-aanpak van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) die leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro) helpt bij het vinden van een geschikte baan. De leerlingen worden opgeleid in bepaalde werkprocessen - gebaseerd op de systematiek uit het middelbaar beroepsonderwijs van leren in de praktijk - door een langere periode stage te lopen bij een speciaal voor deze doelgroep erkend leerbedrijf. Het bedrijf leert de leerling vaardigheden op de werkvloer, waarbij je moet denken aan assisterende, ondersteunende en producerende werkzaamheden. Na afloop krijgen ze een praktijkverklaring waarmee ze aan een toekomstige werkgever laten zien wat ze kunnen. Met deze aanpak draagt SBB eraan bij, dat ook vso- en pro-leerlingen kansen en mogelijkheden krijgen om zich in te zetten op de arbeidsmarkt.“

Meer over pro en vso

Het voorgezet speciaal onderwijs (vso) is voor leerlingen die specialistische ondersteuning nodig hebben dat het regulier onderwijs niet kan bieden. Het vso kent drie profielen: dagbesteding, arbeidsmarktgericht en vervolgonderwijs.

Het praktijkonderwijs (pro) is regulier voortgezet onderwijs voor leerlingen die beter leren in de praktijk dan vanuit de theorie. De leerlingen worden zo goed mogelijk voorbereid op de maatschappij. Ze behalen een schooldiploma of branchecertificaten en gaan na het pro aan het werk of stromen door naar het mbo.