Werk in uitvoering: Joline Heusinkveld

Je eigen keuzes kunnen maken als vrouw en daarin niet worden belemmerd door wat dan ook. Dat is wat Joline Heusinkveld motiveert als programmamanager Geld bij stichting WOMEN Inc. Vanuit deze functie is ze betrokken bij de alliantie Financieel Sterk Door Werk. die de duurzame financiële onafhankelijkheid van praktisch opgeleide vrouwen wil verbeteren.

Joline Heusinkveld
Beeld: ©EMMA
Joline Heusinkveld

Financieel afhankelijk zijn van je partner of de overheid. Dat is bij maar liefst 46% van alle vrouwen in Nederland het geval. En bij vrouwen die praktisch opgeleid zijn, ligt dat percentage zelfs op 58%. Zorgelijke cijfers vindt Joline: “Financiële onafhankelijkheid is essentieel voor de emancipatie van vrouwen. Het gaat om bestaanszekerheid, de basis. Wanneer dat op het spel staat is het onmogelijk om een volwaardige en gelijkwaardige positie te hebben in de maatschappij. Daarom is het enorm belangrijk om te zorgen dat vrouwen mogelijkheden hebben om meer te gaan werken en dit onder de juiste omstandigheden kunnen doen.”

De alliantie Financieel Sterk door Werk

Om duurzame financiële onafhankelijkheid van praktisch opgeleide vrouwen te vergroten hebben WOMEN Inc., stichting Het Potentieel Pakken en Bureau Clara Wichmann de alliantie Financieel Sterk door Werk opgezet. Zij dragen vanuit hun eigen expertise bij aan het doel dat vrouwen nu én in de toekomst een stabiel en structureel inkomen hebben uit werk – inclusief goede arbeidsomstandigheden en werk-privébalans. Vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) krijgt deze alliantie subsidie voor vijf jaar. De alliantie is in 2023 gestart.

De alliantie focust zich op vrouwen met een baan in de sectoren zorg, schoonmaak en kinderopvang. “In deze sectoren werken niet alleen veel vrouwen, het werk dat door hen gedaan wordt zorgt ervoor dat andere mensen überhaupt kunnen werken. Ze nemen namelijk veel onbetaalde zorgtaken weg. Denk aan de zorg voor kinderen, ouderen, maar ook mantelzorgtaken. Daarom is het goed draaien van deze sectoren belangrijk voor iedereen.”

Joline Heusinkveld
Beeld: ©EMMA

Ook in de toekomst op eigen benen staan

Een vrouw is officieel financieel onafhankelijk als zij het wettelijk minimum jaarinkomen verdient. “Maar dat zegt niets over of deze persoon ook in de toekomst financieel onafhankelijk kan zijn”, vult Joline aan. “Want wat is de invloed op iemands financiële positie bij levensgebeurtenissen als een scheiding of het overlijden van een partner? Ook dan wil je als vrouw op eigen benen kunnen staan en de mogelijkheid hebben iets aan te passen. Bijvoorbeeld meer kunnen werken. Of dat je kunt kiezen voor een andere functie of een opleiding waarmee je uiteindelijk meer kan verdienen. Het is belangrijk dat de financiële onafhankelijkheid duurzaam is. Dus dat vrouwen niet alleen op dit moment goed kunnen rondkomen, maar ook in de toekomst.”

Moeilijk om meer te werken

Joline ziet dat de bal vaak bij vrouwen zelf wordt gelegd als het om meer werken gaat. “Veel vrouwen werken immers parttime en dan klinkt al snel ‘moeten ze maar meer gaan werken’. Maar dat gaat niet zo makkelijk. Want het zijn nu vaak vrouwen die thuis verantwoordelijk zijn voor de onbetaalde zorgtaken. Als ze meer willen werken, moeten ze daar iets op zien te verzinnen. Maar ook bijvoorbeeld dure en ontoegankelijke kinderopvang en summiere verlofregelingen voor partners zorgen bij vrouwen voor uitdagingen om meer te gaan werken. Dan kun je het nog zo graag willen, maar krijg je het niet geregeld. Daarom zeggen wij: ‘Fix the system, not the women’. Het gaat echt om de systemische belemmeringen waar vrouwen tegen aan lopen. Daar willen we wat aan doen.” Naast wet- en regelgeving wordt ook naar de werkgevers gekeken. “Zo zien we vooral in de zorg, schoonmaak en kinderopvang dat er voor vrouwen obstakels zijn om meer te kunnen werken. Denk aan kleine deeltijdbanen die de norm zijn, onregelmatige diensten, hoge werkeisen en ongunstige roosters.” 

Zeggenschapsmodel

Het is essentieel dat de vrouwen om wie het draait betrokken zijn bij wat de alliantie doet. “Daarom richten we een zeggenschapsmodel op dat bestaat uit organisaties die direct in contact staan met de doelgroep. Denk aan vrouwen die praktisch opgeleid zijn met een migratieachtergrond, vrouwen in de zorg of alleenstaande moeders. Bij deze organisaties toetsen we de activiteiten die we willen opzetten en zij voorzien ons van informatie en kennis. Zo bepalen we samen de richting.”

Joline Heusinkveld
Beeld: ©EMMA

Onvoldoende bewustzijn bij werkgevers

De alliantie Financieel Sterk door Werk is nu een jaar bezig. “We zijn gestart met het uitvoeren van een groot werkgevers- en werknemersonderzoek in de drie sectoren. We waren benieuwd hoe werknemers en werkgevers tegen duurzame financiële onafhankelijkheid aankijken. Uit dit onderzoek bleek dat één op de drie werkgevers zich niet bewust is van wat medewerkers moeten verdienen om financieel onafhankelijk te kunnen zijn. Ook zagen we dat één op de drie medewerkers onder bepaalde voorwaarden meer zou willen werken. Zo’n onderzoek is nodig om alle feiten en cijfers op een rij te krijgen. Van daaruit kijken we verder wat nodig is. Zo zijn we momenteel bezig om een werkgeversaanpak te ontwikkelen om meer bewustwording bij hen te creëren over dit onderwerp.”

Naast werkgevers kijkt de alliantie ook naar de politiek. “We oaniseren binnenkort een actie rond het kinderopvangtoeslagensysteem. Hiermee willen we politici laten inzien dat dit systeem enorm complex is, waardoor veel ouders besluiten geen gebruik te maken van kinderopvang. Terwijl dit een voorwaarde is voor vrouwen om meer te kunnen werken, als ze dat willen.” 

Het systeem veranderen

In totaal zal de alliantie zich vijf jaar lang inzetten voor een betere arbeidspositie van vrouwen. “Die tijd hebben we ook echt nodig”, aldus Joline. “We hebben het over systeemveranderingen over de hele linie. Dus wat politiek en werkgevers kunnen doen. Dat gaat niet van vandaag op morgen en is ook niet in een jaar geregeld. Het is belangrijk dat we ons hier een aantal jaren op kunnen inzetten en misschien nog wel langer.”